DOUBLE BILL : UNFOLDING & KETUK TILU
Julia Mitomi, Leroy Dodson, Aafke de Jong ❖ Feb, Mar, Apr, Sep 2010 | Netherlands
Julia Mitomi, Leroy Dodson, Aafke de Jong ❖ Feb, Mar, Apr, Sep 2010 | Netherlands
Choreography | : | Gerard Mosterd |
Concept | : | Gerard Mosterd, Karolien de Pauw |
Dramaturgy | : | Vera de Vlieger |
Text | : | Alfred Birney |
Music | : | Paul Goodman |
Gamelan | : | Gugum Gumbira, Euis Komariah & Jugala Orchestra, Random_Inc |
Live Video | : | Christian Chierego, David Hartono, Tristan Gieler |
Photography | : | Karolien de Pauw, Chérie Goewie |
Performers | : | Julia Mitomi, Leroy Dodson, Aafke de Jong |
Duration | : | 20 & 40 minutes |
Premiere | : | 6 February 2010 KIT, Tropentheater, Amsterdam |
Productions | : | Stichting Nieuwe Huizen, Rutger van Otterloo |
06.02.2010 | 20:30 | Kit Tropentheater | Amsterdam |
09.02.2010 | 20.30 | Vrijthof Theater, AINSI | Maastricht |
19.02.2010 | 20:30 | De Regentes | Den Haag |
05.03.2010 | 20:15 | Theater Achterom | Hilversum |
11.03.2010 | 20.30 | Het Kruithuis | Groningen |
27.03.2010 | 20:30 | Krater Theater | Amsterdam ZO |
01.04.2010 | 20.30 | Theater de Lieve Vrouw | Amersfoort |
25.09.2010 | 19:45 | Pindakaas Festival | Leiden |
In ‘Ketuk Tilu’ staat de Jaipongan, een dansmuziekstijl uit Bandung centaal. FOTO KAROLIEN DE PAUW
Sander Hiskemuller
De afgelopen tijd kreeg de dans in Indonesië zware klappen te verduren. Onder druk van toenemend moslimfundamentailsme legde de regering in Jakarta een zwarte lijst aan met dansen die te veel nadruk zouden leggen op erotiek. De Nederlands-Indische choreograaf Gerard Mosterd was verbijsterd: “Je kunt je voorstellen hoe men daar op Bali op reageerde. In hindoedansen word erotiek gezien als verwerkelijking van goddelijke energie. De viering van het leven is hun ontnomen.”
‘Ketuk Tilu’, vanaf zaterdagin Mosterds nieuwe tourneeprogramma tezien, is een verholen commentaar op Jakarta’s kuisdrift en tegelijk een geruststelling dat het zo’n vaart niet zal lopen. In het dansstuk stelt Mosterd de Jaipongan uit Bandung centraal. “De stijl werd ontwikkeld om de ban op rockmuziek te ontlopen, die Soekarno halverwege de jaren zestig instelde. Jaipongan is ge?nspireerd op de bewegingen van een Javaanse straatprostituee, gebruikmakend van pentjaksilat en gamelanhet is de rock-‘n-roll van Java.”
De Jaipongan geld voor Mosterd ook wel een beetje als symbool voor de gespleten moraal van de Indonesi?r, die Mosterd goed kent. Veel van zijn producties gaan daarover. “Het is de complexiteit van een optelsom van volkeren, waar eeuwen van sjamanisme, boeddhisme, hindoe?sme, christendom en islam overheen zijn gegaan. De volksaard is daardoor verfijnd, maar ook pleasend: de ander niet voor de voeten willen lopen en dat dan onwillekeurig toch doen.”
De aard is ook in hem overerfd, als derde generatie. Als jongetje van zeven stond Mosterd in de achtertuin van zijn ouderlijk huis in Amersfoort ritualistische bewegingen uit te voeren. Zoomar uit zichzelf.
Op het Haagse balletconservatorium kon hij hoog springen, dankzij de kromming in zijn onderbenen, kenmerkend voor de Aziatische fysiologie. Maar de bewegingen uit de Amersfoortse achtertuin moest hij afleren. “Van introvert en intu?tief naar extraavert en formeel: benen uitdraaien, tenen strekken – dat zat ervan nature minder in.”
Toen de voorbeeldige klassieke balleleerling een gastoptreden kondoen in Taiwan, voelde dat als thuiskomen. “Ik had geleerd dat westerse kunsten het hoogste waren en opeens kwam ik in aanraking met taichi en Chinese opera. Het gevoel uit de achtertuin kwam terug; ik besefte voor het eerst hoe Aziatisch ik ben.”
In zijn “vrijwel altijd autobiografische werk” onderzoekt Mosterd wat hem als Indonesisch en wat als Europees aankleeft, zoals in ‘Unfolding’ het tweede onderdeel van het tourneeprogramma. “De spreidstand van mijn zijn: met één been in de Europese dansachtergrond en de ander in het Aziatische bewegingsjargon. Door het te verenen word het voor mij ook duidelijker wie ik ben.”
Mosterd kopieert geen Indonesische dansen in zijn stukken, maar benadert ze ‘fenomenologisch’. “Van Sri lanka tot Japan, en in alle verscheidenheid van de Indonesische archipel is dezelfde feel uit de dansen te destilleren: naar binnen gericht en introvert – heimelijk, alsof er een groot geheim wordt begraven. “Naar eigen zeggen neemt Mosterd het publiek mee op reis langs zijn bewegingsvondsten. “Ik toon frases waarin oosterse subtiliteit samensmelt met westerse, dynamische dansexpressie.”
Het ergert hem als er word gezegd dat er in het multiculturele Nederland nog niemand is opgestaan als de Brits-Bengaalse dansmaker Akram Khan, die van moderne dans en traditionele kathak een fris hedendaags amalgaam wist te smeden. “De Bengalen in Engeland zijn altijd Bengaals gebleven. Dat is bij de Nederlands-Indi?rs nooit het geval geweest, die zijn geassimileerd. Dat neemt niet weg dat ze een heel specifieke indentiteit hebben. Zo Bengaals als Khan is, zo Indisch ben ik niet. Ik ben half. Dat is nou precies waarom ik doe wat ik doe.”
Mosterd op tournee
‘Ketuk Tilu’ en ‘Unfolding’ van Gerard Mosterd. 6/2 KIT Tropentheater Amsterdam, daarna tournee, zie www.gerardmosterd.org
Tropentheater
Programmatoelichting
Zaterdag 6 februari 2010
Gerard Mosterd & Company
Unfolding & Ketuk Tilu
Intens multimediaal danstweeluik
UNFOLDING
concept en choreografie
Gerard Mosterd
dramaturgie
Vera de Vlieger, Barbara Duijfjes
dans
Julia Mitomi
live video
Tristan Gieler
elektronica
Paul Goodman
licht
Roland van Meel
KETUK TILU
concept en choreografie
Gerard Mosterd
tekst
Alfred Birney
assistentie/concept
Karolien de Pauw
dramaturgie
Vera de Vlieger
dans
Aafke de Jong, Julia Mitomi, Leroy Dodson
live video
Tristan Gieler
elektronica
Click n Scratch
muziek
Pak Gugum Gumbira Tirasondaja
licht
Roland van Meel
‘Een indringende interactieve, fysieke reis door een Euro-Aziatisch geheugen.’ Zo omschrijft Gerard Mosterd zijn voorstelling Unfolding. Hij geeft hiermee meteen een aantal kernthema’s van zijn werk aan.
Zijn Indische afkomst heeft Mosterd ertoe aangezet als choreograaf deze identiteit in zijn werk te onderzoeken. Hij vindt dat de eigentijdse Indonesische podiumkunst vaak blijft steken in traditionele concepten en bewegingstechnieken. Zijn eigen choreografieën gaan verder en zijn heel fysiek. Daarnaast mixt hij dans met live video en een speciaal ontworpen soundscape – met een interactieve, multimediale voorstelling als resultaat.
In Ketuk Tilu onderzoekt Gerard Mosrecd zijn Europees-Aziatische identiteit. Hij breekt in het stuk nadrukkelijk met de tweedimensionaliteit van het Indonesische theater, dat stoelt op het traditionele poppenspel. Hij bereikt dit onder meer door het inbrengen van elementen van jaipongan. Deze dansvorm ontstond toen president Soekarno in 1961 rock and roll en andere westerse muziek- en dansvormen verbood. Hij daagde Indonesische musici uit om de eigen, inheemse muziek en dans nieuw leven in te blazen. (Gugum Gumbira, een componist, orkestleider en choreograaf uit Sunda (West-Java), ontwikkelde hierop jaipongan, een dans die gebaseerd is op de traditionele Sundanese Ketuk Tilu muziek en de bewegingen van Pencak Silat De Indonesische regering was echter ‘not amused’ met deze ontwikkeling, de dans werd veel te sensueel gevonden. Pogingen om jaipongan te onderdrukken hadden een averechts effect: de muziek en dans werden er alleen maar populairder door, ook toen besloten werd de ban op buitenlandse muziek op te heffen. In de jaren ’80 beleefde jaipongan een hoogtepunt. Tegenwoordig vinden we deze stijl vooral terug als podiumdans maar ook buiten de podia blijft de dans populair – nu tegen de zin van veelal streng-islamitisch georiënteerde machthebbers.
Net als Ketuk Tilu, is Unfolding een bestaand stuk van Gerard Mosterd. Maar ook hier gaat het om een geheel vernieuwde versie. Het geeft aan hoe Mosterd in zijn zoektocht steeds nieuwe elementen aanbrengt. Op intrigerende wijze weet hij traditionele vormen, westerse concepten en nieuwe technieken in tekts, beeld, geluid en uiteraard beweging te mixen tot een overrompelende voorstelling.