Het werkveld van de toekomstige docent dans maakt de laatste jaren een flinke ontwikkeling door. De studenten can deze opleiding zullen nog breder georiënted en toegerust moeten zijn dan in het verleden noodzakelijk was. De steeds veranderende samenleving, toenemende belangstelling voor de danskunts, ontwikkelingen in de kunsten zelf, de nieuwe jeugdcultuur, toenemende noodzaak van intercultureel onderwijs, toepassing van ICT en een grotere uitwisseling tussen binnen- en buitenschoolse kunsteducatie, geven vorm aan bovengenoemde ontwikkeling.

De gewenste brede inzetbaarheid van de dansdocent in het regulier onderwijs (basis- en voortgezet onderwijs, BVE-sector en HBO), in de kunsteducatie en de amateur-kunst leiden tot een veelzijdid opleidingsprogramma.

Binnen dit aanbod wordt gestreefd naar een persoonlijke ontwikkeling van de student waarbij een goede danstechnische ontwikkeling, een ruime dansvocabulaire, zin pedagogisch/didaktisch handelen en de noodzakelijke theoretische bagage centraal staan. Een van de voorbereidingen op de beroepspraktijk is het deelnemen aan en inzicht krijgen in voorstellingen. Het lesgeven in dans start immers bij het zelf danser zijn.